vrijdag 24 juni 2016

Kleine eekhoorn en het mysterieuze geklop

Vroeg op een zonnige ochtend sprong Kleine Eekhoorn uit bed. “Wat een prachtige dag! De perfecte dag om met mijn vriend Nootje te gaan spelen. En voor het geval hij op bezoek komt zal ik mijn bed maar even opmaken.”

Zingend: “Ik maak mijn bed op, ik maak mijn bed op, ik trek aan het laken en stop het in, ik maak mijn bed op.”

Drie eikels vielen voor de deur van kleine eekhoorn: Plop, plop, plop!

Oh wat heerlijk! Nootje klopt, klopt, klopt op mijn deur!”

Kleine Eekhoorn rende naar de deur en gluurde om de hoek en keek en keek... Maar er stond niemand!

“Hmm” zei ze. “Dat is vreemd! Ik dacht dat Nootje op mijn deur klopte, maar er staat niemand voor de deur! Maar voor het geval hij toch op bezoek komt, kan ik beter mijn vloer even vegen.”

Ik veeg de vloer, ik veeg de vloer, ik veeg hier en ik veeg daar, ik veeg de vloer.”

En terwijl ze aan het vegen was: Plop, plop, plop! Vielen er 3 eikels.

Oh wat heerlijk! Nootje klopt, klopt, klopt op mijn deur!”

Kleine Eekhoorn rende naar de deur en gluurde om de hoek en keek en keek... Maar er stond niemand!

“Hmm” zei ze. “Nu weet ik zeker dat Nootje grapjes aan het uithalen is, en als hij nog een keer aanklopt doe ik de deur NIET meer open.”

Ze zette een kleine cake in de oven en al snel was haar huis gevuld met de heerlijke geur van de honingcake die aan het bakken was. De geur van de honingcake zweefde uit het huis van Kleine Eekhoorn naar de boom waar Nootje diep lag te slapen.

“Oh wat een prachtige ochtend!” zei Nootje. De perfecte dag om een bezoek aan mijn vriendin Kleine Eekhoorn te brengen.” Snuif, snuif, snuif...

Oh, wat heerlijk! Kleine Eekhoorn bakt, bakt, bakt iets lekkers voor mij!”

Nootje stak zijn hoofd uit zijn boom en zag allemaal eikels die in de frisse ochtend naar beneden waren gevallen.

“Ik weet wat ik zal doen. Ik zal een kadootje voor kleine eekhoorn meebrengen!”

Ik verzamel nootjes, ik verzamel nootjes, ik verzamel hier, ik verzamel daar, ik verzamel nootjes.”

Nootje liep naar kleine eekhoorn haar deur en klopte. Klop, klop, klop! Maar er werd niet open gedaan.

“Dat is vreemd. Kleine Eekhoorn moet thuis zijn, ik ruik een heerlijke honingcake die staat te bakken.”
Dus Nootje klopte nog eens en nog eens. Maar er kwam nog steeds niemand naar de deur. Dus Nootje riep: “Hallo Kleine Eekhoorn! Ik ben het. Nootje. Ben je thuis?”

“Nootje! Zit je grapjes uit te halen?”

“Ik niet.” zei Nootje. “Ik ben net wakker. En kijk eens wat ik voor je heb gevonden!”

“Wat heerlijk! Eikels. Dankjewel! Laten we wat honingcake eten en thee drinken!”

En dat deden ze.
Maar terwijl ze aan het eten waren... Plop, plop, plop!
Wat kon dat nu toch zijn?

Kleine Eekhoorn en Nootje renden naar de deur, gluurden om de hoek en keken en keken, maar er stond niemand!

Plop, plop, plop!

“Oh!” zeiden ze. “Het zijn vallende eikels.

En de 2 vrienden waren de rest van de prachtige dag bezig met het verzamelen van eikels voor de lange winter die ging komen.

We verzamelen nootjes, we verzamelen nootjes, we verzamelen hier, we verzamelen daar, we verzamelen nootjes.”


Geen opmerkingen:

Een reactie posten