Een samhain verhaal voor kinderen van Aardewijsheid.
Het was een erg donkere en bewolkte nacht tijdens volle maan. De
lucht was schoon en de geur van de herfst was ruikbaar en voelbaar, net
als het gevoel dat de deur tussen de werelden open stond. De uitgesneden
pompoenen versierden de portalen van de huizen in het kleine stadje en
overal hoorde je het lachen van de kinderen die verkleed in de straten
liepen.
Maar het was een droevige tijd voor Beth die de heuvel achter haar
huis op klom. In haar armen droeg ze het in zijn favoriete deken
gewikkelde lichaam van haar vriend en kat Smokey. Een klein graf was al
op de heuvel gegraven en lag te wachten op Smokey, die die dag juist was
gestorven.
"Wil je dat ik met je mee ga?", had de vader van Beth haar gevraagd.
"Ik heb het graf gegraven naast de hond MacDougal op de top van de
heuvel". Beth kon zich nog goed herinneren dat de hond was overleden
nadat hij was aangereden door een auto. "Nee, ik wil graag alleen gaan".
zei Beth.
Beth stopte op de top van de heuvel en knielde neer naast het kleine
graf. Voorzichtig legde ze haar kat in zijn deken gewikkeld in het graf
en overdekte het met aarde, om daarna een stel grote keien op het graf
te leggen. Daarna begon ze vreselijk te huilen.
"Oh Smokey, ik mis je zo erg" Beth keek naar de maan terwijl de
tranen langs haar wangen stroomden, "Waarom moest je nu sterven?"
"Omdat het zijn tijd was om terug te gaan naar de Moeder", zei een
diepe maar vriendelijke stem vanuit het duister. "Wie zei dat?" Bethe
keek rond maar ze zag niemand. "Doodgaan is een onderdeel van de
levenscyclus, zoals je weet". Een van de keien leek wel tot leven te
zijn gekomen. "Wie ben jij?" Het maanlicht scheen neer op een kleine
vrouw en Beth kon zien dat het geen mens was. "Ik ben een trollenvrouw",
zei het wezen terwijl ze in de richting van Beth liep. "En dit is een
droevige nacht voor ons allebei, meisje, want ik kwam hier ook om een
oude vriend te begraven." Het trollenvrouwtje veegde een kristallen
traan van haar wang. "De eekhoorn was erg oud, maar nog steeds doet het
me verdriet". Beth staarde naar het trollenvrouwtje, die in het
maanlicht de kleur van steen had. Haar lange haar had de kleur van het
mos en haar ogen blonken als schitterende kristallen. Ze droeg een
gewaad van geweven eikenbladeren en boomschors. "De eekhoorn en ik
leefde al heel lang samen," zei de trollenvrouw. "We spraken vaak met
jouw kat als hij kwam jagen op deze heuvel. Smokey en ik waren vrienden
en ik zal hem ook missen." De kleine vrouw klopte liefdevol op het graf
van Smokey, "Slaap zacht, kleine vriend, en als je uitgerust bent zullen
we weer met elkaar spreken".
"Maar hij is dood!" zei Beth met een doortraande stem. "Kind, het is
Samhain, ken je het eeuwen oude geheim over deze tijd van het jaar
niet?" De trollenvrouw wenkte Beth om naast haar te komen zitten. "Het
is waar dat onze vrienden zijn overgegaan naar een wereld waar we ze
niet meer kunnen aanraken, maar de Moeder heeft ons manieren gegeven om
nog met ze te communiceren. We kunnen dit altijd doen maar deze tijd van
Samhain is het het gemakkelijkste".
"Ik snap niet hoe ik dat moet doen ... en hoe Samhain dit gemakkelijker maakt", zei Beth.
"Tijdens deze tijd van het jaar", antwoordde het trollenvrouwtje, "is
de deur tussen onze wereld en de wereld van de zielen en geesten open.
En als we erg stil zijn en luisteren, kunnen we onze geliefden horen en
zijn horen ons. We praten dan ook niet met gesproken woorden, maar met
ons hart en onze gedachten".
"Is dat niet gewoon inbeelding", Beth keek naar het graf van Smokey
en de tranen vulden alweer haar ogen. "Net zoals ik soms denk dat ik
MacDougal op mijn bed kan voelen liggen, net zoals hij vroeger deed?"
"Soms is het inbeelding, maar meestal niet, alleen onze vrienden komen ons bezoeken als geest".
Het trollenvrouwtje strekte haar hand uit en knuffelde iets op haar
schouder dat Beth niet kon zien. "Net als mijn vriend de raaf, hij is
hier nu ook!" Beth tuurde zo hard ze kon en zag een vage schim op de
schouder van het trollenvrouwtje. "Soms zie ik iets wat daar op lijkt,
aan mijn voeteinde en precies op de plek waar MacDougal altijd lag.” Ze
fluisterde:"Ik dacht altijd dat ik nog aan het dromen was."
Ze sprong op toen iets tegen haar arm aan duwde en toen ze naar
beneden keek was er niets te zien. Het trollenvrouwtje glimlachte "Sluit
je ogen en denk aan MacDougal", ze vervolgde,"Hij is al heel lang aan
het wachten totdat jij hem ziet". Beth sloot haar ogen en opeens kwam de
gedaante van haar hond in haar hoofd. Zijn staart kwispelde van
blijdschap en ze voelde een golf van liefde van hem af komen en zij zond
haar liefde voor hem terug. Toen voelde ze hoe haar hond aan haar
voeten kwam liggen.
"Kan ik dit ook doen met Smokey", vroeg Beth. "Nog niet", antwoordde
het trollenvrouwtje. "Hij moet nog even slapen en rusten. Daarna zal hij
naar jou toekomen. Het duurt even voordat Smokey aan zijn nieuwe wereld
is gewend en het duurt ook even voordat jij klaar bent met rouwen om
hem. Het is niet verkeerd om te rouwen maar we moeten niet altijd
rouwen".
"Ik heb er nooit op deze manier aan gedacht," zei Beth. "het is net
alsof ze verhuist zijn en we alleen maar met ze kunnen praten over de
telefoon". "Zo gaat dat met alle wezens, niet alleen met dieren". Het
trollenvrouwtje stond op en stak haar hand naar Beth uit. "Wil je me
volgen, mensenmeisje? Ook al heb ik mijn vriend de Eekhoorn vannacht
begraven, toch moet ik dansen en zingen voor al mijn vrienden en
voorouders die verder zijn gegaan op hun reis naar de andere wereld.
Want dit is de tijd om onze voorouders te eren".
Beth danste samen met het trollenvrouwtje een eeuwenoude langzame
trollendans op de top van de kleine heuvel die baadde in het maanlicht.
Ze keek stil toe terwijl het trollenvrouwtje trollenwoordjes uitriep in
de vier windrichtingen, woorden die Beth niet kon verstaan. Maar diep in
haar hart voelde het meisje de kracht van deze woorden en ze wist
instinctief dat deze woorden werden gesproken in eerbied en liefde. Toen
het trollenvrouwtje klaar was met haar ritueel, omhelsde ze Beth en
zei:" Ga in vrede, mensenkind en onthoudt wat ik je gezegd heb over het
eeuwenoude geheim van Samhain." "Dat zal ik doen", antwoordde Beth. "Zal
ik je ooit nog eens zien?" "Wanneer de maan vol is, zal ik hier zijn,"
zei het trollenvrouwtje, "en vooral met Samhain". "Ik wenste dat ik iets
had dat ik je kon geven", zei Beth en omhelsde het kleine vrouwtje. "Je
hebt me zoveel geleerd." En ze voelde hoe de tranen haar ogen weer
vullen. "Laten we tranen uitwisselen voor onze verloren vrienden.' Het
trollenvrouwtje stak een ruwe vinger uit en ving een traan op die uit
het oog van Beth druppelde. De traan glinsterde op haar vinger. Het
trollenvrouwtje bracht haar vinger voorzichtig naar haar cape en de
traan versteende als een diamant in het maanlicht. Beth stak voorzichtig
haar vinger uit en ving een van de tranen van het trollenvrouwtje, die
van haar ruwe wang afgleden. De traan veranderde in een kristal in haar
hand. "Vergeet niet het geheim van Samhain en vergeet mij niet", zei het
trollenvrouwtje zachtjes terwijl ze verdween in de duisternis.
Beth begon aan haar wandeling terug van de top van de heuvel, met het
kristal stevig in haar hand geklemd. Haar vader stond in het portaal op
haar te wachten. "Gaat het?" vroeg haar vader terwijl hij haar stevig
knuffelde. "Het gaat wel weer", antwoordde ze. Ze opende haar hand in
het licht van het portaal en zag een perfect traanvormig kristal in de
palm van haar hand liggen. "Heb je iets gevonden?" vroeg haar vader. "De
traan van een trol", antwoordde Beth en haar vader moest glimlachen.
Want ook hij kende het geheim van Samhain en het kleine trollenvrouwtje.
Vertaling van een verhaal van D.J. Conway
Geen opmerkingen:
Een reactie posten