De herfsttijd is de tijd dat we weer meer naar binnen gaan. Met af en toe een mooie dag waarop we kastanjes verzamelen om heerlijk mee te knutselen.
Veel kinderen hebben het echt nodig buiten te zijn, ze laden zich weer op en kunnen zich heerlijk uitleven. Maar wat zijn nu goede ideeën voor de regen en stormdagen (naast een goede waterdichte speelbroek)? Hoe worden de kleintjes uitgedaagd en krijgen kinderen genoeg beweging?
Voor dreumessen die graag ontdekken kan het behoorlijk lastig zijn uitdagend speelgoed te vinden die kwa de grootte van de onderdelen ook geschikt voor ze zijn.
Favoriet voor aan tafel zijn hier (1-2 jaar):
Stickers plakken
Stempelen met speciale baby stempels
Tekenen met Crayon rocks of waskrijtblokjes van Stockmar.
Een lockbox of wand met slotjes kan ook heel interessant zijn op de leeftijd van 1 jaar.
Wat te doen met de bewegingsdrang van de peuters, kleuters en basisschoolkinderen (2-10)?
Een rockerboard of glijplank, wij hebben er jaren 1 gehad. (Ook leuk voor de dreumessen)
Een minitrampoline of speciaal springkussen. (Topper!)
Een paar schommelhaken, mocht je draagdoek ongebruikt in de kast liggen dan kun je deze als aerial silk aan de haken hangen. Wij wisselen dit af met een schommel met ringen of een klimtouw.
Losse elementen (kleine krukjes, stoelen, kussens etc.) om een baan of treintje mee te maken.
Dekens en lappen om een hut te bouwen.
Hebben jullie nog topideeën die echt niet kunnen ontbreken? Ik hoor het graag. :D
Stempels, lockbox en meer te koop in mijn webwinkel: http://www.uilenelf.nl/89-knutselen
Mensen zijn allemaal verschillend, bij baby's zie je al duidelijk karakterverschillen. In mijn opvang heb ik vooral kleine kinderen: peuters en kleuters en soms baby's. Wanneer een kindje start in de opvang is er altijd een periode dat we elkaar allemaal moeten leren kennen. Soms gaat dit heel snel, bijvoorbeeld wanneer je elkaar meteen aanvoelt of wanneer een kindje heel open is en gericht is op communicatie. Soms duurt het wat langer omdat je niet altijd met alle kinderen meteen op 1 lijn zit of omdat ze vrij gesloten zijn, nog heel erg in hun eigen wereldje.
In mijn opvang werk ik met kinderen door ze te observeren en in te springen op behoefte. De meeste ouders weten wel dat het soms even duurt als er een nieuwe fase is in de ontwikkeling voordat je weer een fijn ritme hebt gevonden. Dit is mijn werk. Telkens weer het ritme opnieuw uitvinden, iedere keer als er een nieuw kindje bij komt gebeurt dit weer opnieuw. Elke nieuwe fase van het kind gebeurt dit ook weer opnieuw. Na jaren ervaring lukt dit meestal vrij snel. Maar... Dan zijn er in mijn opvang vaak kinderen die een ontwikkelingsvoorsprong hebben of hoogsensitief zijn en dan is het verhaal toch anders. Deze kinderen hebben andere behoeften dan regulier. Ze denken anders dan gemiddeld. Voor deze kinderen is het nog belangrijker dat ik observeer en inspring op behoefte. Ik doe dan ook vaak research, wat kan ik het beste wel en het beste niet doen? Moet ik meer structuur aanbieden of juist minder? Moet ik ze meer aanbieden op cognitief gebied of meer op creatief gebied?
En dan dat laatste, creatief begaafden vallen in een hele kleine groep. Struin het internet af en je vind erg weinig informatie en nog minder opdrachten of ideeën om deze kinderen te stimuleren. Ons onderwijssysteem is dan ook meer ingericht op het cognitieve vlak voor de gemiddelde leerling. En de opdrachten op internet en in boeken sluiten hier bij aan. Er zijn diverse lijstjes te vinden die je laten zien hoe een intelligente leerling denkt in vergelijking met een hoogbegaafde leerling en een creatief begaafde leerling, maar dan heb je het wel ongeveer gehad. In het engels is er iets meer te vinden. Maar mijn taak is in dit geval het wiel opnieuw uitvinden.
Wat zijn nu de grote lijnen in het aanbod? Omdat mensen allemaal verschillend zijn is dit aangepast aan het kind. Ik las in het engels 2 voorbeelden van aanbod aan creatief begaafde leerlingen en het eerste wat opvalt is dat dat toch erg gericht is op de talenten en interesses van dat kind. En dat is ook goed. Je zult altijd je eigen observaties en denkwerk moeten doen.
1 ding waar je nooit de fout mee in kan gaan is lezen! Lezen, lezen, lezen. Wij lezen dan ook altijd veel, wil je weten wat we lezen? Op de facebookpagina van Uil & Elf deel ik regelmatig onze boeken, op dit blog hou ik bij welke boeken we hebben getipt.
Ik neem mijn dochter regelmatig mee naar theatervoorstellingen, musicals en andere creatieve shows. De Mad science shows zijn ook erg leuk en leerzaam. Creatief is niet alleen beperkt tot muziek, theater en kunst. Creativiteit vind je ook in de wetenschap.
Nu hebben we luisteren en kijken gehad, dan hebben we natuurlijk het doen. Er wordt genoeg gedaan door de kinderen, fantasie in overvloed. Maar hoe stimuleer je nu tot het leren van nieuwe skills en hoe daag je uit? We hebben door het luisteren en kijken al veel inspiratie op gedaan. Hoe zet je dit om tot doen?
Er zijn natuurlijk lessen om te volgen. Muziek, dans, toneel, circusles etc. Bij Teylers museum in Haarlem zijn regelmatig workshops voor kinderen vanaf 4 jaar. Een kind van 3 met een voorsprong kan veel van de workshops ook prima volgens met begeleiding van een ouder. Wij hebben er al een heleboel gedaan en ik ben erg te spreken over Annemarie haar passievol geven van deze workshops. Ze verteld iets over wetenschap, (In het Teylers museum kun je dan alle kanten op, want daar hebben ze een enorme verzameling.) en daarna verteld ze over het doen en kun je aan de slag met een knutsel of experiment. In jou stad of dorp worden misschien ook interessante workshops gegeven.
Je moet zelf ook een beetje creatief zijn. En tijd steken in research. Ik verzin soms zelf opdrachten. En soms pluk ik inspiratie van internet. Sjakie en de chocoladefabriek is een boek wat hier erg in de smaak viel. In het engels zijn er bij dit boek lesson plans. 1 van de opdachten was om te verzinnen hoe een chocoladepaleis steviger gebouwd had kunnen worden. Tijdens de denkopdracht werden stalen pennen verzonnen om het paleis steviger te maken en werd de chocolade gemengd met cement. Ik laat deze opdrachten dan opvolgen door praktijk. Mengt chocolade echt met cement? En als het hard wordt is het dan ook echt stevig? De meeste kinderen zijn dol op experimenten en ze leren er heel veel van.
Vind je jezelf niet creatief of heb je te weinig tijd om allerhande opdrachten te verzinnen? Dit blog van mij is bedoeld als inleiding op de creatieve opdrachten die ik van plan ben regelmatig te delen, dus volg vooral 1 van mijn facebookpagina's om mee te lezen. :)
Mijn dochter heeft een grote interesse in archeologie, op zich niet gek, ik studeerde zelf ooit archeologie op het RUG en in Leiden. De appel valt niet ver van de boom.
Na een aantal leuke excursies en filmpjes was een beetje verdieping ook wel leuk, dus ging ik op zoek naar kinderboeken over archeologie. We vonden een paar erg leuke boeken over dit onderwerp, die we graag delen met andere kinderen die dit ook zo interessant vinden:
Swoertje wroet in vroeger - Een prentenboek over de grafheuvel
Mysterie in het veen - Over het meisje van Yde
Groot Graaf Boek - Over 2 kinderen die graven tot aan de andere kant van de aarde
Een seizoenentafel in de winter kan soms lastig zijn als het buiten niet sneeuwt en vriest. Zelf hang ik eigenwijs altijd gewoon gehaakte sneeuwvlokjes in het raam in de winter, hoopvol en verwachtingsvol. Maar helaas ook deze winter is er bij ons geen sneeuw gevallen, nouja een heel dun poederlaagje dan...
Maar nu ruik je het voorjaar alweer in de lucht, bij ons dichtbij de kust hoor je de meeuwen weer, vogels zingen de zon weer toe. Ik heb mijn sneeuwvlokjes dus weer opgeruimd. Maar wat nu? Het is nog te vroeg voor lammetjes, kuikens en paashazen.
Wij plantten eind 2016 bolletjes in de grond, die lagen daar te slapen en worden nu wakker. Een mooi gebruik rond 1 februari is het wakker maken van de aarde, het wekken van de plantjes die nog lagen te slapen met belletjes, liedjes en dans. Natuurlijk is dit ook de tijd voor verhalen over de wortelkindertjes die weer naar buiten komen.
De seizoenentafel kun je ook in sneeuwloze winters of het vroege voorjaar inrichten met "onder de aarde" als thema. In de winter kun je bijvoorbeeld bruine doeken gebruiken, veel kristallen, dwergen in paars- en blauwtinten en gevilte bloembolletjes.
In het vroege voorjaar ( 1 febr) kun je ontluikende bolletjes neerzetten, sneeuwklokjes, daarna krokussen en narcissen. Een mooie plaat van de wortelkindertjes erbij en je hebt al een aangeklede seizoenentafel.
Kleuren voor "onder de aarde":
Bruin
Aardetinten
Paars
Blauw
Bij de wintertijd hoort Bergkristal, maar bij het "onder de aarde" thema kun je meerdere kristalsoorten gebruiken.
Onder de grond zo diep, zo diep, weet jij wie daar sliep? Zaadjes, zaadjes, kleine zaadjes, onder de grond en de dorre blaadjes. Zaadjes slaap maar stil en zacht, want de kabouters houden wacht. Zaadjes slaap maar stil benee, strakjes komt de lente fee.
*Patroontje van het tulpje in de pot van Noialand zijn te vinden op Etsy.
De Notenkraker - An Leysen (4+)
Belle en het Beest - An Leysen (4+)
Hoe jij de wonderbaarlijke avontureneilanden ontdekte (4+)
The man on the moon - Engelse boekenserie (5+)
Hoera wij hebben een tuin (3+)
Emil van de Hazelhoeve (4+)
Zomer in het grote bos (4+)
Pettson gaat kamperen (3+)
Gigantosaurus (2+)
Pannenkoekentaart (3+)
A story a day: Wij lezen veel boeken en soms vinden we ze geweldig. Hieronder vind je de boeken die wij hebben gelezen, mijn dochter (7) heeft ze van 1-5 sterren gegeven. Veel leesplezier!
Vrouw Holle: The Bernadette Watts collectie (4+) *****
De waterdraak (5+) *
De magische avonturenplaneten (5+) **
Het geheim van de winter (5+) ****
De kronieken van Narnia - deel 1 (9+) *****
De kronieken van Narnia - deel 2 (9+) *****
Mechteld op wolvenjacht (4+) ****
De Moemins en de grote overstroming (7+) *****
Het kleine huis in het grote bos (7+) ***
Een mannetje dat niet kon slapen ( 4+) *
De zevensprong (10+) *****
Otje (5+) *****
Iep! (9+) **
De bende van Zeus (6+) *****
De brieven van de generaal (7+) *****
Wobbe met de wondermuts (5+) *
Magisch meisje (7+) *****
Een prachtig verhaal met mooie illustraties van Jackie Morris.
In het begin der tijden leefden mensen
en dieren samen op de aarde en was er geen verschil tussen hen. Beer,
mens, raaf, vos, zelfs sneeuw en ijs, alles had een geest, allemaal
hadden ze een ziel.
The lucht was puur en helder als
kristal. Woorden bevatten magie. Een toevallig gesproken woord, een
wens of een fluistering, allen bevatten magie die de wereld vormde.
In deze wereld werden ze geboren, in de
donkere maanden, toen de kou en de wind water in steen veranderde. Zo
klein. Ze hield ze dichtbij zich om ze warm te houden in de blauwe
ijsgrot die hun wereld was.
Maar Raaf bedroog haar. Ze stal één
van haar kleintjes en droeg hem weg in het duister van de winter,
over de bevroren zee. De beer weende toen ze ontdekte dat haar welp
was verdwenen. Haar ijzige tranen vormden littekens op haar wangen.
Ze hield haar overgebleven kind
dichterbij zich, veiliger en wachte op de zonsopgang. Maar ze vergat
het nimmermeer.
Ver weg haaste de jager zich naar huis.
Hij kon een aankomende storm ruiken, de geur van sneeuw op de snede
van de wind. Zijn laatste jacht voor het echt winter werd. Hij had
een paar zeehonden en sneeuwhazen om hem door het duistere
jaargetijde te helpen, tot de zon weer op kwam.
Hij hoorde het diepe gekras van de
raaf, zag haar zwarte vorm in de verte. De vogel vloog op toen hij
dichterbij kwam en daar op de grond lag een bundeltje verpakt in een
stukje witte vacht. Hij schepte het bundeltje op uit de sneeuw en
legde het op de slee en haaste zich naar huis terwijl de storm hem op
de hielen zat.
De storm kwam razendsnel, maar zijn
honden renden snel. Eindelijk was hij veilig thuis, ze borgen het
voedsel op voor de donkere dagen die gingen komen. Ze eerden de
geesten van de haas en de zeehond en toen pakten ze het bundeltje
cremkleurige vacht uit.
2 ogen, zwart als midwinter.
Donker haar, als ravenvleugels.
2 handjes, vingertjes opgekruld van de
kou.
Een kind.
7 lange jaren hadden ze verlangd naar
een kind.
Zijn moeder maakte een parka van de
zeehondenhuid voor hem.
Ze voerde deze met de vacht van een
witte wolf en versierde het met patronen van gekleurde kralen en
witte staarten van de hermelijn.
7 jaren hielden ze hem dichtbij zich,
zongen liederen voor hem, ze zongen voor hem over de zeehond en de
walvis, de uil en de vos. Ze zongen over sneeuw en ijs, de wind, over
zomer en winter, over duisternis en licht.
Hij hield van de
verhalen en hij hield van de liederen, de taal van ijs en het lied
van de wind. Het meest van alles hield hij ervan te horen over de
grote witte beren. En zij hielden van hem.
Hij sprak zelden, hij glimlachte vaak.
En altijd waakte de raaf over hem.
Het was aan het eind van de zomer van
zijn zevende jaar.
Zijn vader was aan het jagen, zijn
moeder bracht de laatste oogst van zeehondenvlees en walvis binnen.
Hij zag in de sneeuw een bleke scherf
van glanzend licht. Een stukje amber, glad geworden door de oceanen,
kleurig, helder en prachtig, als een fragment van vuur, aangespoeld
vanuit een plaats ver weg. Een zeehondlengte verderop lag er nog 1 en
terwijl hij keek zag hij een spoor van glanzend amber, heldere
juwelen op de hard samengepakte sneeuw. Hij dacht dat het gevallen
sterren waren.
Hij volgde het spoor, elk stukje
glanzend amber rapend, ze vasthoudend in het kommetje dat zijn handen
vormden. Zijn moeder zou ze prachtig vinden. Hij bukte zich om het
mooiste helderste stuk op te rapen toen de raaf aan kwam vliegen en
het weggriste.
Raaf vloog over het ijs, de lengte van
4 kano's. Ze liet haar schat vallen en het lag als een vlam op het
koude wit. De jongen bewoog zich om het op te rapen en weer vloog de
raaf op om het weg te grissen. Het werd een dans tussen de jongen en
de raaf. Alsof hij betoverd was door het spel van de raaf volgde de
jongen de vogel, over de sneeuw, weg van zijn huis.
Het duurde een poosje voor hij om zich
heen keek en zich realiseerde dat hij de weg terug niet wist.
De wind had een laagje verse sneeuw
over zijn voetsporen geblazen.
Hij was verdwaald.
De jongen keek om zich heen. De zon
stond laag aan de hemel. Hij liep er naar toe, zeker wetend dat dit
de weg naar huis was, de amber kralen vastklampend. Over ijsrichels,
door valleien, de kou kleefde aan hem, knaagde aan hem, voedde angst
in zijn hart en botten.
Hij liep over onbekend sneeuw, terwijl
de zon rees en daalde. Het duurde niet lang meer. De winter was
gekomen, sterren vulden de hemel.
Poedersneeuw stal zijn energie totdat
het kleine beetje kracht dat hij had weg was, hij viel op zijn
knieën.
Een vermoeide slaap nam bezit van zijn
ziel, ze kwamen hem halen.
Hij hoorde ze eerst, de zachte
kussentjes onder de poten op de poedersneeuw, sissende hete adem in
de droge koele lucht, een glimp van een oor. Hij tilde zijn hoofd op
en schermde zijn ogen af met zijn gehandschoende hand. Om hem heen
leek de sneeuw tot leven te zijn gekomen. Hij wist nu dat hij moest
sterven.
Terwijl hij zijn hand uitstrekte naar
de grootste beer, viel zijn schat van amberstenen in de sneeuw. En
terwijl de beer de geur van het kind inademde, hoorde hij in zijn
hart het woord “broer”.
Een paar tellen herinnerden jongen en
beer, ver weg, de echo van een herinnering, de grote beer die hen
dichtbij zich hield in de blauwe ijsgrot.
De jongen dacht aan zijn moeder en
vader, zelfs toen Broer Beer zijn hoofd tegen het kind wreef en hem
optilde en op zijn rug zette. Snel als de wind renden de 7 beren met
de jongen weg over de bevroren zee.
Zijn vader volgde.
Hij speurde naar de schaduwen van de
sporen van de jongen, een verschuiving van de sneeuw hier, de afdruk
van een hand daar, nauwelijks een spoor.
Hij kwam op de plaats waar de jongen op
zijn knieën was gezakt. Eromheen in een cirkel van chaos het teken
van de beren, dat hem vulde met verdriet. Hij zag waar de amber was
gevallen en zijn hart kraakte als zomerijs. Hij stond daar alleen in
het witte landschap en maakte een belofte aan de herinnering van het
kind.
Hij zou de beer doden die het leven van
zijn kind had genomen.
De jongen klampte zich stevig vast aan
de zilverwitte beer terwijl ze als de wind over de bevroren zee
renden, goud glanzend in het licht van de sterren. Daarboven schenen
de sterren van Caribou naar beneden.
Ze kwamen op een plaats, een heuvel van
ijs. Terwijl de jongen zich op de grond liet glijden hefte de heuvel
zijn hoofd op. Een reus van een beer, een gelig witte vacht, zwarte
ogen. Richels van de littekens van tranen van ijs markeerden haar
gezicht. De jongen stak zijn hand uit om haar aan te raken en de
sporen van ijs met zijn vingers te volgen, terwijl de beer zijn geur
inademde.
Dit was haar zoon, haar gestolen kind.
Ze hield hem dicht tegen zich aan, haar
verloren kind. Hij begroef zijn gezicht in zijn moeders berenvacht en
de herinnering van de ijsgrot vulde zijn gedachten.
Al die tijd naderde zijn vader. Ijzige
tranen belemmerden zijn zicht terwijl hij de rivier van pootafdrukken
volgde. Hij kwam bij de samenkomst, rende zonder angst de cirkel van
beren binnen en rees zijn speer om een dodelijke klap uit te delen.
Hoog in de lucht riep Raaf. De jongen
keek op en zag zijn vader en de speer. Hij sprong tussen de beer en
zijn vader. Raaf haar roep had de betovering van de bloedlust
gebroken en de speer van de jager rolde op de grond, terwijl hij zijn
zoon optilde.
De groep beren cirkelde om hen heen,
zwaaiend met hun hoofden, wachtend op een teken van de grote berin. Ze
stond op, ging voor de jager en zijn kind staan en bedankte hem voor
de zorg die hij had laten zien voor haar welp. Nu was hij thuis, zei
ze en zou hij bij zijn eigen soort blijven, de berensoort.
Op zijn beurt knielde de jager en
bedankte de berin dat zijn zoon veilig bij haar was geweest. Nu hij
hem had gevonden zou hij hem mee naar huis nemen, naar zijn soort.
De jongen stond tussen de beer en de
man.
Hij had het gevoel dat zijn hart in
tweeën scheurde.
Hij wilde bij de beren blijven.
Hij wilde met zijn vader meegaan.
Het kind lied zijn gehandschoende hand
over de kralenpatronen van zijn parka gaan.
“Ik zal bij de beren blijven in de
winter, wanneer de lucht donker is en het leven zwaar.”
Zijn vader hield een opwellende snik
tegen, zijn ogen waren heet van tranen.
“En ik zal bij de mensen leven in de
zomer.” zei de jongen, “We zullen samen jagen.”
De grote berin nam haar zoons hoofd in
haar met vacht omzoomde poten en ademde 3 keer in hem. Hij voelde
zichzelf veranderen, spier en been, tand en klauw.
Samen droegen ze de jager terug naar
zijn huis over de snel bevriezende zee.
Vanaf die dag leefde het kind als een
beer in de winter en terwijl hij opgroeide leerde hij de gebruiken
van de beren. In de zomer leefde hij bij de mensen en leerde hen de
wijsheden van de beren. In de duistere tijd van de winter hing zijn
moeder zijn moccasins dichtbij het vuur. Ze zong liederen voor haar
kinderen over haar eerste kind, de magische vormveranderaar, kind van
haar wensen.
Buiten op het ijs stond de grote witte
beer, hij hefte zijn hoofd op naar de sterren en bekeek de dans van
het Noorderlicht.