Er was niet lang geleden eens klein arm
meisje. Ze woonde alleen met haar moeder en ze hadden niets meer te
eten. De moeder vroeg het meisje wat bramen te gaan plukken in het
bos.
In het bos kwam het meisje een oude
vrouw tegen. Ondanks dat ze honger had en weinig te eten, deelde het
kleine meisje haar eten met de oude vrouw. Ze vertelde de oude vrouw
hoe hongerig de mensen in haar dorpje waren en hoe weinig ze te eten
hadden.
De oude vrouw die zag hoe verdrietig
het meisje hier over was, gaf haar een kleine ketel. Ze vertelde het
meisje dat als ze honger had, ze tegen de ketel moest zeggen: “Kook
keteltje, kook!” En als ze klaar was met eten moest ze zeggen:
“Stop keteltje, stop!” zodat het keteltje stopte met koken.
Het meisje nam het keteltje mee naar
huis en vanaf toen hadden ze genoeg te eten, iedere keer als ze
honger hadden zei het meisje tegen de ketel: “Kook keteltje, kook!”
en telkens als ze genoeg gegeten hadden zei het meisje: “Stop
keteltje, stop!”
Op een dag moest het meisje op pad. Ze
liet het keteltje bij haar moeder en vertelde haar welke woorden ze
moest spreken om het keteltje te gebruiken.
Toen het meisje weg was en haar moeder
honger begon te krijgen zei ze tegen het keteltje: “Kook keteltje,
kook!” En het keteltje kookte en de moeder at tot ze genoeg had.
Toen wilde ze het keteltje laten stoppen, maar ze was de woorden
vergeten!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten